-
1 pile
n. hoop; veel; verzameling gebouwen bij elkaar; batterij; stapel; aambei--------v. opstapelen; ophopenpile1[ pajl]1 (hei)paal ⇒ staak, pijler4 hoog/groot gebouw(encomplex) ⇒ blok gebouwen♦voorbeelden:1 dons ⇒ wol, vacht————————pile21 zich ophopen/opstapelen ⇒ samentroepen/stromen♦voorbeelden:1 pile in • binnenstromen/drommenpile up • zich opstapelenthey piled into the car • ze persten zich in de autoII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stapelen ⇒ opstapelen, beladen, vullen♦voorbeelden:pile the pressure on • de druk verhogenpile wood on(to) the fire • hout op het vuur gooienpile on/up something • iets opstapelenpile up a car • een auto in de vernieling rijden -
2 block
n. blok; versperring; (in computers) een verzameling tekst, die als eenheid wordt behandeld voor een bepaalde bewerking; stremming; obstructie--------v. versperren, blokkeren; vertragenblock1[ blok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:block of marble • blok marmerhe lives four blocks away • hij woont vier straten verder(op)walk around the block • een straatje omlopenpsychological block • psychologische drempel→ old old/————————block21 blokkeren ⇒ blokken, obstructie plegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 belemmeren ⇒ verhinderen, tegenhouden♦voorbeelden:block credits • kredieten bevriezenblock a bill • een wetsvoorstel tegenhoudenthe exits were blocked • de uitgangen waren versperdblock off • afsluiten, blokkerenblock out something on a photo • iets op een foto afdekken/wegwerkenblock up/in a window • een raam afsluiten/dichtspijkeren¶ block in/out • ontwerpen, schetsen
См. также в других словарях:
Joan van Hoorn — Portrait von Cornelis de Bruijn. Der zwanzigjährige Kaiser von China, Kangxi … Deutsch Wikipedia